Eend: een vogel die loopt alsof hij de hele dag paard gereden heeft - Hans Ferree
In de stal is een ruif, voederbak en drinkbak aanwezig. Een liksteen zorgt voor een toevoer van zout. De ruif moet dagelijks voorzien worden van vers hooi. De voederbak dient proper te zijn en overgebleven voedsel resten moeten verwijdert worden. Voedsel dat blijft liggen is meestal niet goed meer. Ook de drinkbak moet elke dag gecontroleerd en gereinigd worden.
Eerst breng je de paarden naar buiten. Met een mestvork of schep verwijder je de mest ballen. Dan verwijder je het schone stro en legt het aan de kant. Alle vieze plekken en nat stro dienen opgeschept en weggebracht te worden. Het schone stro mag je daarna terugleggen en aanvullen met vers stro. Nadien moet je het stof laten zakken alvorens het paard weer in de stal te zetten. Wekelijks of maandelijks word de gehele stal leeggehaald en ververst.
Om ervoor te zorgen dat de manen en staart van je paard er piekfijn uitzien, kan je de langste plukjes haar, die het geheel ongelijk en wanordelijk maken, uittrekken. Dit doe je door kleine plukjes rond je kam te wikkelen en er een korte ruk aan te geven. Op die manier blijven de haren op dezelfde lengte en blijven ze ook beter liggen. Om te voorkomen dat je je paard pijn doet, doe je dit best wanneer de huid warm is en de poriën open zijn
Eerst krab je de hoeven van uw paard uit met de hoefkrabber. Het laatste vuil kun je wegborstelen. De buitenkant van de hoef (de hoefwand) borstel je ook schoon met de harde borstel. Of je de hoeven moet invetten is afhankelijk van de omstandigheden. Zijn de hoeven van het paard zacht en staat je paard veel in het vocht of in de modder, dan vet je de hoeven in om ervoor te zorgen dat ze niet nog vochtiger worden. Als de hoeven van je paard heel droog zijn (vooral in de zomer) dan moet je ze eerst natmaken voordat je ze invet.