Het geluk is het paard van de boer: hij zocht het en hij zat er op - Jan Vercammen
Alleen als een bit goed past, werkt het zoals het bedoeld is. Daarnaast kan een slecht passend bit het paard onnodig pijn doen. Een bit mag niet te breed zijn, dus niet teveel uitsteken aan de zijkanten van de mond, maar het mag ook zeker niet te smal zijn. Een bit heeft de juiste breedte als het mooi tegen de mondhoeken aansluit zonder deze in te klemmen.
Het makkelijkste om de juiste breedte te bepalen is op het oog een schatting te maken en dan een aantal bitten uit te proberen en te kijken hoe ze liggen. De maat van het bit wordt gegeven als de breedte tussen de ringen of scharen in, dus het deel dat daadwerkelijk in de mond ligt. Dit wil per fabrikant nog wel eens verschillen, het loont de moeite om een bit even na te meten als je twijfelt over de maat. Hoe dik een bit moet zijn, is afhankelijk van de bouw van de mond en de voorkeur van het paard. Er wordt wel gezegd dat een dik bit een vriendelijker bit is en dat een dun bit scherp is, maar dit is lang niet altijd waar. Een paard met een klein en fijn mondje heeft helemaal geen plaats voor een dik bit en hiervoor is een dik bit heel onaangenaam. Ook hier geldt weer dat het een kwestie van uitproberen is wat voor jouw paard de juiste dikte is. Houdt er wel rekening mee dat op dressuurwedstrijden via de KNHS het deel van het bit dat op de lagen rust minstens 1 centimeter dik moet zijn, zowel voor pony's als voor paarden. Ondanks deze richtlijnen is het toch vaak een kwestie van uitproberen wat voor jouw paard het prettigst werkt.