Het paard en de koe leefden als kat en hond - L. Verbeeck
De IJslander komt uit Ijsland en wordt daar al meer dan 1000 jaar rassuiver gefokt.De IJslander is eeuwenlang gebruikt als rijpaard en als pakpaard, onder andere voor het vervoer van de post, voor het bijeendrijven van schapen en als vervoermiddel voor de mens, maar ook recenter als sportpaard bij gangenwedstrijden en races.
De Ijslander heeft een groot hoof. Het hoofd is uitdrukkingsvol zijn met een rechte neuslijn. De oren mogen niet te groot zijn en staan naar voren gericht. Het lichaam van de Ijslander moet goede verhoudingen hebben met een goed opgerichte hals en een afhangend kruis. De staart is laag ingeplant. De benen zijn sterk met stevige gewrichten. De schofthoogte van de Ijslander varieert van 1.30 m. tot ca. 1.45 m. maar soms komen er ook kleinere of grotere dieren voor. De beharing is het grootste gedeelte van het jaar dicht en lang. De manen en de staart van de Ijslander zijn dik en ruig en mogen niet geknipt of getrokken worden.
Binnen het ras van de Ijslander zijn alle kleuren toegestaan behalve stippels. Witte aftekeningen zijn toegestaan. Kenmerkend is het dat er, naast de gewone vossen, bruinen, zwarten en schimmels, veel 'wildkleuren' bij het paard voorkomen. Het gangwerk is het meest bijzondere aan de IJslander want naast stap, draf en galop beheersen sommige dieren de tölt en/of de telgang.