Het paard is het belangrijkste deel van de ruiter - Jean Giraudoux
De Appaloosa is een heel oud paardenras. Op grotschilderingen van meer dan 20.000 jaar geleden staan al gevlekte paarden. In de Verenigde Staten hadden ze alles te maken met de Indianen.
De Appaloosa is geschikt voor alle takken van de paardensport. Sommige paarden zijn heel snel en dus geschikt voor op de renbaan, andere zijn weer meer geschikt voor de westernsport, en weer andere voor dressuur en springen. De Appaloosa's zijn heel erg populair in de westernsport omdat ze zo snel en wendbaar zijn.
De Appaloosa heeft veel goede eigenschappen: uithoudingsvermogen, een heel goed karakter en ze zijn heel veelzijdig. Verder hebben ze een gedrongen lichaam, goede benen en harde hoeven. Het hoofd van de Appaloosa is edel. Met de stokmaat zijn de meeste tussen de 142 en 152 centimeter in. Er zijn zowel minipony’s als grote paarden. De manen en staart van de Appaloosa zijn meestal dun. Ze hebben een uitstekende galop. Het hoofd is breed en de ogen zijn sprekend en levendig. De oren zijn zoals bij alle Amerikaanse paarden klein en spits, de hals is gespierd en de borst breed. De Appaloosa heeft een rond, krachtig kruis met een hoog geplaatste staart. De manen en staart zijn bijzonder zijdeachtig.
De Appaloosa is zo opvallend door zijn bijzondere patroon. Er zijn veel verschillende patronen.
Verder hebben Appaloosa’s nog drie kenmerken waar ze aan te herkennen zijn:
De Amerikaanse Appaloosa’s zijn erg wendbaar en snel. Daarom werden ze vroeger in het Wilde Westen gebruikt voor het drijven van vee. Appaloosa’s zijn veelzijdig, daarom worden ze gebruikt in bijna alle diciplines van de paardensport. De snelle paarden worden gebruikt voor de renbaan, maar ook doen ze het goed met springen en dressuur. Tevens wordt mennen veel met deze veelzijdige paarden gedaan. Maar natuurlijk worden Appaloosa's ook gebruikt voor de westernsport. Daar kunnen ze de snelheid en wendbaarheid die ze bezitten erg goed gebruiken.